Vertaal- en schrijfmiddelen

Bij schrijven en vertalen heeft een mens hulpmiddelen nodig.
Achter ons ligt de tijd van kroontjespen en inktpot, en vrijwel iedereen gebruikt tegenwoordig wel een schrijfmachine. In dit elektronisch tijdperk zien we steeds meer vertaalhulpmiddelen verschijnen, uiteenlopend van slimme machinevertalers tot applicaties, die het werk van een vertaler vergemakkelijken.

Zulke vertaalhulpmiddelen bieden naast de al bekende tekstverwerkingsfuncties – waarover hieronder meer – bieden deze een databank met eerder vertaalde zinnen, zoals herhalende zinnen niet opnieuw hoeven te worden vertaald, of eerder vertaalde zinnen die met enige ‘wolligheid’ lijken op de onderhanden nieuw te vertalen tekst.
Helaas resulteert het verwerken van dergelijk ‘fuzzy’-suggesties tot dubbel werk: kijken wat de ‘fuzzy’ suggereert, vergelijken met de brontekst, en vervolgens die wollige tekst schrappen en herschrijven. Rechttoe-rechtaan vertalen werkt meestal sneller.

Maar… klant is koning, dus Lasertext ondersteunt tegenwoordig een reeks vertaalhulpprogramma’s: Trados 7, Trados Studio 2011, Transit XV, Transit NXT, Wordfast en POEdit.

Woordenboeken/thesauri
Zolang je niet blindelings kunt vertrouwen op machinevertaling blijft één van de belangrijkste hulpmiddelen, zeker bij vertaalwerk, het gebruik van algemene en technische of vakgerichte woordenboeken. Daarna bieden thesauri en terminologielijsten uitkomst.
En natuurlijk kan een vertaler op internet nazoeken of gekozen woorden al dan niet gangbaar binnen een branche lijken te zijn.
Spellingcontrole is eveneens van belang aan de hand van het Groene Boekje, het Witte Boekje, en – zeker voor technische teksten – de toepassing van naamvallen bij samengestelde woorden… een voorbeeld: is het veiligheidsleer of veiligheidleer?
Lasertext heeft toegang tot een uitgebreide collectie naslagwerken… maar soms komt het bij vertaalwerk voor dat de bron opheldering moet verschaffen of wat er wordt bedoeld… Een voorbeeld: een Engelse brontekst zegt: The device breaks …… Het toestel raakt defect … terwijl uit de context blijkt dat de brontekst moet luiden : The device brakes … Het toestel remt.
Oplettendheid bij het vertalen van een brontekst, die niet in de moerstaal van de opsteller is geschreven, is dan ook altijd geboden.

Slimme, elektronische ‘schrijfmachines’
De eerste confrontatie met een schrijfhulpmiddel deed Thomas Lof – de oprichter van Lasertext – in 1964 op, toen hij voor zijn afstudeeropdracht een keuze moest maken voor de bouw van een elektronische rekenmachine aan de hand van een beschrijving in het tijdschrift Wireless World of voor de aanpassing van een ponsbandgestuurde telexmachine als tekstverwerkend hulpmiddel, zoals hij die tijdens een stageverkenning al had leren kennen op de documentalistenafdeling van PTT Telefonie.

Maar… omdat het om een groepsopdracht ging, en de telextechniek toen al ruim 30 jaar oud was, kunt u raden dat de groep er koos de elektronische rekenmachine te gaan bouwen. Thomas’ rol daarin was het schrijven van het verslag over de bouw en werking…

Eenmaal zelfstandig gevestigd als ‘freelance’-schrijver en vertaler, werd als snel gekozen voor een IBM-kogelkopschrijfmachine. De correctiemogelijkheden waren voor die tijd ‘luxe’: een correctietoets, waarmee je een verkeerde getypte letter met witte lak kon ‘wissen’.

IBM Kogelkop schrijfmachine

Al in 1974 werd geïnvesteerd in een nouveauté: een door ORMAS (de divisie voor organisatiemachines van kantoorinrichter ASPA) geïntroduceerde tekstverwerkende schrijfmachine. Deze “Forster 2510” bestond uit een IBM-kogelkopschrijfmachine van het type 082, voorzien van een elektronicakast met een 4 KB ‘groot’ werkgeheugen voor 1,5 A4’tje (ongeveer 600 woorden) en een datacassettebandrecorder.
Dit bleek een enorm productiviteit verhogend hulpmiddel te zijn bij het schrijven, corrigeren, herschrijven en redigeren van vertalingen en journalistiek werk.

van Wordplex tot Word
OrmasDe ontwikkeling ging snel en al in 1978 kwam de eerste Wordplex-machine op het kantoor van Lasertext: een tekstverwerker, met wel 48 KB aan werkgeheugen, grote 5″ floppy disks voor opslag van document en een heus beeldscherm met gifgroene letters.
Een duur ding (50.000 guldens), maar ook toen al zijn geld waard.
Via een afstudeeropdracht bij de h.t.s.-Enschede liet Thomas Lof daar een elektronische module bijbouwen, die de 8-kanaals ponsbandponser van tekstverwerker voor bouwsteencorrespondentie, overgenomen van de RET (het openbaar vervoerbedrijf in Rotterdam) kon aansturen.
Daarmee werden journalistieke teksten voor TNO-producten voorbereid om gezet te worden voor jaarboeken. Dat ging toen nog met ponsbandgestuurde elektronische zetmachines, werkend onder 8-kanaals EBCDIC-code of in de krantenwereld de 6-kanaals teletypesetting-code.

Eenmaal in dienst bij NSEM-ITT werd voor tijdschriftvertalingen gegrepen naar de tekstverwerkingsmogelijkheden op een Commodore 64 met datacassetterecorder, later vervangen door een personal computer…, een heuse IBM-compatibele ITT XTRA met floppy disks. Daarop draaide onder meer WordPerfect, naar Thomas’ mening een van de beste programma’s voor tekstbewerking en tekstverwerking. Maar wie tegenwoordig onder Windows werkt, grijpt – net als de meeste opdrachtgevers – naar Microsoft Word als tekstverwerker…